Normalisatie
In de wereld zijn duizenden, zo niet tienduizenden materialen beschikbaar. Denk maar een aan aluminium: 99,9% zuiver, 99,5% zuiver, met 1% magnesium gelegeerd, met 1,5% enz. Elk materiaal heeft zijn eigen specifieke aanduiding gekregen om aan te geven om werk materiaal het gaat. Daarnaast geven veel fabrikanten hun eigen merknaam aan een materiaal, zoals CorTen, Ymagine, Ympress, Inconel, Monel, enz. Elk materiaal heeft zijn eigen karakteristieke eigenschappen.
Vroeger brachten de meest geïndustrialiseerde landen hun materiaalaanduidingen onder in eigen landelijke normen. Dit had tot resultaat dat ervoor een bepaald materiaal meerdere normen en aanduidingen waren. Erg lastig voor internationaal opererende bedrijven.
Vandaar dat op internationaal niveau steeds meer afspraken worden gemaakt over de aanduidingen. Binnen Europa is er een samenwerking ontstaan waarin de meeste Europese landen samenwerken op gebied van normeringen. Dit heeft geresulteerd in Europese normen. Echter, niet alle landen hebben zich hierbij aangesloten. Vooral landen buiten Europa doen hieraan niet mee, zoals de VS, Japan, China, enz.
Veel mensen die werkzaam zijn in de metaalverwerkende industrie gebruiken nog steeds aanduidingen uit het verleden, die ondertussen gewijzigd zijn binnen de nieuwe (Europese) normen. Hierdoor blijft het aanduiden van materiaalkwaliteiten een complexe aangelegenheid.